Het is nog aangenaam koel als we onze gids Enrique ontmoeten. Vandaag laat hij ons kennismaken met zijn stad, Sevilla. En wát is het prachtig. De moderne tijd is hier nauwelijks doorgedrongen. Tradities en de samensmelting van culturen worden gekoesterd en dát maakt de Andalusische hoofdstad zo authentiek en bijzonder. Met liefde deel ik mijn 8 must-sees en do’s!
Wonderschoon Real Alcázar
We wandelen naar Real Alcázar, een van de oudste residentiële paleizen van Europa. Als de Spaanse koning en zijn familie in Sevilla zijn, is dit de plek waar zij verblijven. En ik geef hem geen ongelijk. Zelden heb ik zo’n indrukwekkend paleis gezien! Omdat het paleis door de eeuwen heen is verbouwd, bestaat het uit een mix van stijlen. Onder islamitische heerschappij, rond het jaar 900, was Alcázar een Moors fort. Nadat het Iberische schiereiland weer in handen was van de christenen, kreeg het paleis een volledige make-over. Overal zie je de verfijnde Moorse stijl die Mudéjararchitectuur wordt genoemd, maar evengoed gotische elementen. De verschillende bouwstijlen matchen perfect en geven het paleis zijn unieke vorm. En dan zijn er nog de paleistuinen. Deze adembenemende groene fata morgana was niet voor niets het decor voor verschillende speelfilms en series. Onder andere Kingdom of Heaven en Game of Thrones zijn hier opgenomen. Voor de GOT-fans onder ons: het paleis en de tuinen van Alcázar verbeelden het rijk van Dorne.
Pracht en praal
De kathedraal met de Giraldatoren kijkt majestueus uit over de eeuwenoude stad. Het is de grootste gotische kathedraal ter wereld en behoort tot Unesco erfgoed. Zoals Real Alcázar bestaat dit architectonische meesterwerk uit verschillende bouwstijlen. Van oorsprong was het gebedshuis een moskee. Vanaf de 13e eeuw, onder heerschappij van de christenen, werd het heiligdom omgetoverd tot een kathedraal. We wandelen via de binnenplaats omringd door sinaasappelbomen het immense gebouw in. Wie in het Vaticaan de St. Pietersbasiliek heeft bezocht, kan zich voorstellen hoe groots deze plek is. Overal zie je de pracht en praal van het katholicisme en als bezoeker voel je je kleiner dan ooit. Stel je voor hoe dat geweest moet zijn in de tijd van Columbus! Die hier overigens samen met zijn zoon begraven ligt. Dat het ook écht de overblijfselen van de ontdekkingsreiziger zijn, werd pas in 2006 vastgesteld door een DNA-test! Kunstliefhebbers kunnen zich eveneens in de kathedraal vergapen aan grote meesters als Goya en Murillo.
Dwalen door Santa Cruz
Aan de voet van de kathedraal ligt de oude joodse wijk Santa Cruz. Hier dwaal je door smalle straatjes en kruip-door-sluip-door steegjes. De gekleurde huizen in rood en okergeel – de kleuren van Sevilla – zijn zo dicht op elkaar gebouwd dat je elkaar vanuit het raam kunt zoenen! Althans, dat is het gezegde. In Santa Cruz vind je vele romantische pleintjes omringd door fonteinen en rozenstruiken. Ik begrijp wel waarom deze plek een inspiratiebron vormde voor Mozart’s opera’s Carmen en Giovanni. Overigens was deze wijk ook de thuisbasis van de kunstenaar Murillo. Van straatnamen en tuinen tot hotels en musea: Santa Cruz en Sevilla ademen Murillo en dit jaar wordt zijn vierhonderdste verjaardag groots herdacht.
Sprookjesachtig Casa de Pilatos
Midden in het centrum, weg van alle drukte, ligt Casa de Pilatos. Gebouwd in de 15e eeuw is het een van de mooiste paleizen van Sevilla. In alle rust wandelen we langs marmeren zuilen en onder de rijkversierde bogen door. Als kleine schilderijtjes zijn de wanden en plafonds verfraaid met goud, mozaïek en de typische Moorse keramieken tegeltjes: azulejos. Hier vind je ook originele opgravingen uit de Romeinse tijd, borstbeelden van machtige keizers en grootse standbeelden van Griekse goden. Het zoete aroma van sinaasappelbloesem prikkelt onze zintuigen: de Italiaanse tuin staat volop in bloei. Overigens zijn er in Casa de Pilatos ook meerdere speelfilms opgenomen waaronder de klassieker Lawrence of Arabia, Conquest of Paradiseen Kingdom of Heaven.
Moderne uitspatter
In Sevilla lijkt de tijd stil te staan op één niet te missen project na. Midden in de stad ligt Metropol Parasol, een enorme houten constructie die ‘de waaier’ of ‘paddenstoel’ wordt genoemd. Op deze plek stond vroeger een markt. Tijdens verbouwing van deze markt stuitten ze op Romeinse opgravingen waardoor de bouw werd stilgelegd. De gemeente besloot een prijsvraag uit te schrijven voor een passende oplossing. Het innovatieve project van de Duitse architect Jürgen Mayer-Hermann won, maar riep in eerste instantie weerstand op bij de lokale bevolking. Toch past het Metropol Parasol feilloos bij het historische centrum en de architect heeft alles onder één dak weten samen te brengen. Naast een verhoogd marktplein vind je er nu cafés, een archeologisch museum en een Panorama terras. Vanaf de top krijg je een fraai uitzicht over de stad. En dat valt bij iedereen in de smaak!
Een reis door Spanje
Geen stad kan zonder groen. In Sevilla is Parque de Maria Luisa een geliefde plek om de schaduw op te zoeken. In dit grootse park vol exotische planten en bloemen, doemt een enorm architectonisch meesterwerk op. Hier ligt Plaza de España, een reusachtig plein (ca. 50.000m2) omringd door water, gebouwen en bruggen, rijkelijk versierd met kleurrijke azulejos. Het werd in 1929 gebouwd ter ere van de Ibero-Amerikaanse wereldtentoonstelling met als doel om de relatie tussen Spanje, Portugal en de koloniën te versterken. Bijzonder zijn de 48 gedeeltes met bankjes en keramieken tegels waarop de historische verhalen van alle Spaanse provincies zijn afgebeeld. Zo reis je in no-time door het verleden van Spanje.
Goddelijke tapas
De Spaanse keuken. Ik kan er met gemak een blog aan wijden en alleen al voor het eten verhuis ik zo naar Spanje. Het levensritme is wel een tikkeltje anders dan we in Nederland gewend zijn. Sevillianen gaan pas tegen middernacht (!) aan tafel. De keuze uit restaurants is hier enorm. Zo is Az-Zait een aanrader voor culinaire hoogstandjes. Bij Gago 6 eet je verse paella met uitzicht op de kathedraal en voor de beste tapas ga je naar een van de bodega’s. Mijn absolute favoriet is Bar Alfalfa. Tussen de pata negra-hammen en wijnflessen eet je hier tussen de locals aan de bar. De eigenaar is Italiaans waardoor je een mix van Spaanse en Italiaanse tapas voorgeschoteld krijgt. Like! Aan de overkant ligt La Bodega. Minder knus dan zijn overbuur, maar de tapas zijn om je vingers bij af te likken.
Royaal overnachten
Verblijf je in Sevilla dan is het wel zo toepasselijk om in een oud paleis te overnachten. In het pand van het luxe Fontecruz Sevilla Seises ontdek je overal details uit het verleden. Het letterlijke hoogtepunt van dit hotel is het dakterras met pool en bar. Hier dobber je in een aangenaam koel zwembad terwijl je de Giraldatoren bijna kunt aanraken. ’s Avonds nestel je je met een cocktail in een van de loungezitjes, terwijl het langzaam donker wordt en de lichtjes van de kathedraal een zachte gloed verspreiden. Grote plus aan dit hotel is de centrale ligging. Fontecruz Sevilla Seises bevindt zich midden in het oude centrum op steenworp afstand van de bezienswaardigheden.
Prachtstad Sevilla!
Op citytrip naar Sevilla? Dan raad ik je aan om de stad in het voor- of najaar te bezoeken. Zomers kan de temperatuur oplopen tot zo’n 45 graden en daar wordt niemand vrolijk van. En ga zeker op pad met een gids. Zo leer je de stad pas écht kennen.
* Bron: In samenwerking met het Spaans Verkeersbureau en Sevilla Turismo verbleef ik vier dagen in Sevilla. Ga voor meer informatie over deze stad naar www.spain.info/nl.
